zondag 25 augustus 2024

Ds J.W. Schellingerhout

Bij de dienst van 25 augustus in de Petruskapel

Deze zondag luisteren we in de Petruskapel naar het verhaal uit 2 Koningen 5: 1-17 over de genezing van Naäman. Zijn naam is de mannelijke vorm van Naömi en betekent 'mijn lieflijke'. Hij is in een vreemd land een instrument in de handen van God. De man is succesvol, invloedrijk en geniet aanzien. Hij heeft Syrië bevrijd van de bezetter. Een groot soldaat, maar melaats. Het geeft weer aan hoe het kwaad iedereen treffen kan, hoe je in je beste jaren getekend kan worden door de sporen van ziekte en dood. Het leven is zelden volmaakt, dat zien we ook hier. Maar de God die bevrijdt heeft zijn oog op Naäman gericht. Hij wil hem bevrijden van de last van deze ziekte, om zijn Naam ook in het heidense Syrië groot te maken. En dat gebeurt niet door een nachtelijk gezicht, niet door een hemelteken, niet door het bezoek van een profeet, maar door het advies van een kleine slavin. God werkt niet met grote gebaren, maar met kleine wenken. Wie Gods stem wil verstaan moet leren luisteren naar het kleine en onaanzienlijke. Naäman merkt dat wanneer het advies van die slavin op de verkeerde manier wordt gevolgd. Hij meldt zich met geschenken en een geloofsbrief bij de koning van Israël, maar wel met de eis van zijn koning om hem te genezen. 'Ik ben God niet' zegt die koning. Inderdaad, een mens kan hier niets. En zo komt Naäman tot Elisa, die niet eens de moeite neemt om naar buiten te komen. Zelfs de naam van zijn God noemt hij niet, hij raadt slechts aan om zeven keer onder te dompelen in de Jordaan. Een nieuwe les volgt. Want Naäman is boos dat hier geen grote gebaren zichtbaar zijn. Geen profeet die naar de hemel opziet en gebeden zegt, zijn handen op de zweren legt en zo de kracht van zijn God doorgeeft. Geen fanfare, geen bliksemflitsen, geen hemelse trompetten. Alleen het advies zich zeven keer te baden in een vies riviertje als de Jordaan. 'Alsof wij thuis geen mooiere rivieren hebben', zegt hij. En weer is het een bediende die hem op het juiste spoor zet. 'Wanneer u iets moeilijks zou hebben moeten doen, dan had u het gedaan', zegt die bediende, 'maar nu het simpel is gelooft u er niet in'. Het helpt, en Naäman baadt zich zeven keer in de Jordaan en geneest. Hij looft de God van israël, maar begrijpt weinig van diens macht. Hij wil aarde meenemen naar huis om deze machtige God te aanbidden, niet beseffend dat alleen heidense goden gebonden zijn aan plaats en tijd. Hoe moeilijk is het om je oude Adam af te leggen en de nieuwe aan te doen, niet alleen voor de heiden, maar zeker ook voor de Christen.

H.I. Ambacht, 20-08-2024 ds. J.W. Schellingerhout